Maak eerst de wraps
Meng alle ingrediënten behalve het water door elkaar. Voeg stukje bij beetje het water toe tot je een stevig deeg hebt (het deeg moet nog worden uitgerold). Laat het deeg even staan en verdeel het vervolgens in 10 stukjes. Rol alle stukjes met de deegroller op het aanrecht uit (strooi er een beetje havermeel onder). Bak ze vervolgens in een droge koekenpan om en om.

De vulling
Meng alle ingrediënten voor de vulling door elkaar (behalve de slag en rauwkost). Vervolgens smeer je royaal de vulling op de wrap. Leg er een handje rucola, fijngesneden ijsbergsla en wat rauwkost bovenop. Strak oprollen en klaar.

Let op: je doet al snel te veel op de wrap waardoor je hem lastiger kunt oprollen en/of de wrap niet dicht blijft zitten. Je kunt dit oplossen door de wrap met een satéprikker vast te zetten, maar je kunt hem ook gewoon wat minder dik beleggen.